In gesprek met Louis van Loon, Richard Jager en Tom Lange, operators van Stikstoffabriek Gasunie Zuidbroek.

 
In maart waren we op bezoek bij de in aanbouw zijnde stikstoffabriek van de Gasunie in Zuidbroek. Na een lange aanloop van opleiden en meewerken op de stikstoflocatie in Ommen is het einde of het begin (net hoe je het bekijkt), in zicht en zijn onze operators Louis van Loon, Richard Jager en Tom Lange klaargestoomd om aan de slag te gaan! We zijn benieuwd naar hun ervaringen tot nu toe over het operator vak. Hoog tijd voor een interview met dit trio!

Eerst wat achtergrondinformatie over het proces en de installatie. Om de gaswinning in Groningen zo snel mogelijk terug te brengen naar nul, is de uitbreiding van de stikstofinstallatie nabij Zuidbroek een noodzakelijke maatregel. Door stikstof bij te mengen aan (geïmporteerd) hoogcalorisch gas kan pseudo-Groningengas worden geproduceerd dat geschikt is voor de cv– en kookapparatuur in huishoudens. Door de uitbreiding kan een reductie van ongeveer 7 miljard m³ Groningengas per jaar worden gerealiseerd.  

Het plan is de stikstoffabriek rond de zomer in gebruik te nemen. Tom heeft er zin in. “Het is een lange aanloop geweest van 1,5 jaar opleiden en meedraaien in Ommen, maar de finish komt nu in zicht. Daar kijken we als operators echt naar uit.”

Als operator op een stikstofinstallatie heb je specialistische kennis nodig. De installatie zit anders in elkaar en dat brengt andere risico’s en gevaren met zich mee dan een normale gasplant. De operators hebben daarom het afgelopen jaar een opleidingstraject over het stikstofproces gevolgd.

Louis: “Op dit moment werken we mee op de stikstofinstallatie in Ommen. Het doel hiervan is kennis opdoen van het stikstofproces en de installatie. We hebben eerst een tijd meegelopen met de  voorbereiding van de mengstations. Toen dat klaar was zijn we naar Ommen gegaan en straks gaan we weer terug naar Zuidbroek voor het testen.” Richard vult aan: “Ja, er zijn handjes nodig voor de commissioning engineers van Airproducts. Dit is de uitvoerende partij die de werkende plant deze zomer oplevert aan Gasunie. Daarna is het aan ons om de installatie te bedienen en te besturen.”

Wat vind je het leukste in je werk?
Voor Richard is dat het testen. Hij heeft dan ook een commissioning engineering achtergrond. “Deze fase: het testen, het opstarten van de plant, het finetunen en de kinderziektes eruit halen. Daar krijg ik energie van! Hoe meer problemen, hoe leuker en uitdagender het wordt. Maar als de installatie eenmaal goed draait en het alleen op besturen en bedienen aankomt, dat houd ik het geen drie jaar vol. Dan ga ik het liefste weer verder naar een volgend project. Van project naar project, dat is het grote voordeel van werken bij Litecad, de mogelijkheid tot flexibiliteit, afwisseling en vrijheid.”  Louis vult aan: “Nieuwe kennis opdoen en verbreden op het gebied van techniek en processen, dat vind ik leuk aan mijn werk. De kennis en ervaring die je opdoet in het ene project kan ook heel waardevol zijn in een nieuw project. Dat maakt het werken bij Litecad zo prettig en krachtig.” Tom haalt de meeste energie uit het analyseren van de werking van systemen. Tom: “Waarom werken systemen zoals ze werken. Als je over de plant loopt vind ik het een mooie uitdaging om uit te zoeken hoe en waarom een bepaald onderdeel van de installatie werkt. In Ommen doe ik dat ook: hoe gaat dit en hoe werkt dat. Met de plattegrond erbij probeer ik mijn bevindingen te vertalen naar Zuidbroek. Daar krijg ik energie van.”

Hoe ziet volgens jullie de ideale operator eruit?
Richard: “Een goede operator weet hoe de fabriek buiten werkt, dat is het allerbelangrijkste. Je hebt operators die alleen binnen zitten. Zij houden het proces en trends in de gaten op het scherm maar weten niet waar een bepaalde klep of pomp zit, waarom die er zit en wat de functie daarvan is.”

Tom en Louis knikken: “Als je nieuw in de installatie komt is het goed om eerst als buitenoperator de plant te leren kennen door controlerondes. Daarna pas achter het scherm”.

Tom vult aan: “Ik denk dat een operator een hoog analytisch denkvermogen moet hebben. Hij/zij  moet problemen herkennen voordat het een probleem gaat worden. Als je al een tijdje in een fabriek werkt dan leer je bepaalde afwijkingen herkennen. Je weet hoe alles ruikt, voelt en klinkt. Als je  rondloopt en het ruikt, voelt of klinkt anders dan filter je de problemen er sneller uit en kun je sneller handelen. Ik denk dat het heel belangrijk is dat je als operator pro-actief met het proces bezig bent en de installatie goed kent.”

Wat doe je als je niet aan het werk bent?
Louis: “Motorrijden! Mijn wens is om nog eens naar de Noordkaap te rijden. Ik heb dit eerder geprobeerd maar halverwege liep het motorblok vast dus werd het een enkeltje met het vliegtuig.  Dus dat wil ik nog een keer proberen. Als kind heb ik jarenlang in Zweden gewoond en Scandinavië heeft wel mijn hart gestolen. En ja, ook die winters van -30 ken ik. Als kind hadden we daar geen last van en waren we eigenlijk altijd buiten.”

Tom: “Als klein jongetje liep ik al rond bij mijn vader -techneut in hart en nieren- in de loods waar hij auto’s aan het restaureren was. In mijn beleving hielp ik mee maar in de praktijk liep ik waarschijnlijk in de weg,” lacht hij. Nog steeds mag Tom graag in zijn vrije tijd samen met zijn vader oude motoren en auto’s opknappen.

Richard vindt het heerlijk om in zijn vrije tijd met zijn oudste dochter samen te vissen bij mooi weer. “Maar ook fietsen en wandelen in de omgeving. Van fietsen komt het er helaas niet veel van, mijn doel is om straks wat vaker op de fiets te gaan als ik in Zuidbroek werk.”